Een puppytest of gedragstest wordt afgenomen wanneer de pups tussen de 6 en 7 weken oud zijn, dus wanneer ze nog bij de moeder zijn. Er is wetenschappelijk aangetoond dat dit de meest ideale leeftijd is. De motoriek, het zicht en het coördinatievermogen zijn dan genoeg ontwikkeld om een optimaal beeld te krijgen en de invloed van de opvoeding is dan nog minimaal.
Aan de hand van een aantal testen wordt er een karakterprofiel gemaakt van de pups. Er wordt gekeken naar het verschil in karakter tussen de verschillende nestgenoten. Het is geen waardeoordeel. Alle pups zijn zoals ze zijn, er is geen goed of slecht. Ik krijg met de test inzicht in de karaktereigenschappen, de aanleg en de persoonlijkheid van iedere pup en kan zo de fokker of de toekomstige pup eigenaar helpen bij het maken van een keuze. Op deze manier is het mogelijk om er voor te zorgen dat de pup geplaatst wordt bij een eigenaar waarbij het karakter en de aanleg van de pup zo goed mogelijk tot hun recht komt. Uiteraard kunnen door training en opvoeding bepaalde eigenschappen verder worden ontwikkeld of juist afgeremd, maar het basiskarakter komt absoluut naar voren tijdens de test. De test is geen garantie voor het uiteindelijke karakter maar een indicatie van hoe de pup ongeveer zal uitgroeien.
De test wordt afgenomen in een voor de pups onbekende ruimte, door een voor hen vreemd persoon. Tijdens de test zijn er geen andere honden in de testruimte. Doordat er geen steun ontleend kan worden aan een vertrouwde omgeving kan ik zien hoe de pup reageert als hij of zij op eigen benen moet staan en hoe hij of zij reageert in een vreemde omgeving. Er wordt onder andere gekeken naar het zelfvertrouwen, probleemoplossend vermogen, herstelvermogen, de sociale binding, werklust en de zelfstandigheid van de pups.